Opslag

Na de oogst wordt het fruit opgeslagen in z.g. U.L.O. cellen. U.L.O. betekent ultra low oxygen. Wat gebeurt er precies tijdens  deze opslag?  Een belangrijk kenmerk van een levend organisme (fruit) is, dat het tijdens en na de oogst “leeft” en verder blijft leven. .Men spreekt hier over de z.g. ademhaling van het produkt. Tijdens deze ademhaling worden koolhydraten (suikers) afgebroken en koolzuur co2 en water h2o gevormd. Bij dit ademhalingsproces komt ook warmte vrij. Door deze omzetting(afbraak) zo langzaam mogelijk te laten verlopen wordt een betere houdbaarheid van het produkt bereikt. De meeste hierna beschreven maatregelen zijn hier op gericht.

Proefondervindelijk heeft de sector de optimale bewaarcondities vastgesteld. De produkt- temperatuur moet -1 Celsius zijn, het o2 percentage moet 2 zijn en het co2 percentage moet 0,7 zijn. Onder deze condities is de bewaarperiode maximaal. Bij een produkttemperatuur van -1 Celcius blijft de vrucht zelf, door het suikergehalte, net boven z’n vriespunt.
Deze parameters worden op de volgende manier beheerst:

Temperatuur (-1 Celcius)
De temperatuur  wordt op diverse plaatsen gemeten en een mechanisch koelapparaat zorgt er vervolgens voor dat in de cellen de juiste temperatuur heerst(= -1 Celsius). Om de verdeling van de temperatuur in de cellen zo gelijkmatig mogelijk te krijgen zorgen ventilatoren voor continue luchtstroming in de cellen. Bovendien is de nauwkeurigheid van de temperatuurmetingen erg belangrijk. Een onnauwkeurigheid van 0,1 Celcius zou al volkomen onaanvaardbaar zijn. Daarom worden alle meters zeer vaak geijkt.

Zuurstof (3,5%)
Als een koelcel vol  en ingekoeld is (dit duurt ongeveer drie weken), wordt d.m.v. een z.g. stikstofseparator direct het zuurstofgehalte van 20,9 omlaag gebracht naar 6%. De verdere benodigde verlaging naar 3,5% vindt automatisch plaats doordat het fruit O2 om blijft zetten in CO2. Het op 4% houden van het zuurstof percentage geschiedt door buitenlucht in de cel te pompen als het O2 percentage onder de 3,5 dreigt te zakken. Dit geschiedt automatisch door een regeling die aan de hand van de O2 meting een klein luchtpompje aanstuurt.

Kooldioxide (co2, moet 1% zijn)
Het zal duidelijk zijn dat, door het continue omzettingsproces van het levende fruit het co2 gehalte in de cellen steeds verder stijgt. Een co2 gehalte boven de 1% zorgt voor verminderde houdbaarheid van het fruit. (Het fruit wordt sneller hol en bruin.) Om hier voor te zorgen zijn de koelcellen voorzien van z.g. co2 scrubbers die de lucht uit de cellen aanzuigen door een actief kool bed en vervolgens deze lucht weer terug  de cellen inblazen. De co2 wordt hierbij opgenomen door de actief kool. Later wordt deze actief kool weer schoongespoeld met buitenlucht. Ook dit wordt automatisch aangestuurd door een regeling die aan de hand van de co2 meting de scrubbers al dan niet aanzet.

Deze  optimale bewaarcondities (T=-0,8 O2=2 en CO2=1) zijn door de jaren heen steeds stringenter toegepast. Hierdoor is men er in geslaagd dat er bijna het hele jaar Nederlandse peren leverbaar zijn. Momenteel richten de inspanningen zich er met name op om tijdens het bewaren het gewichtsverlies te beperken. Het fruit verliest tegen het einde van het bewaarseizoen nog steeds ongeveer 5 à 6% van z’n gewicht en hier zou nog iets te winnen moeten zijn. In 2010 is er een bevochtigingsinstallatie aangelegd. Dit voorkomt uitdroging en slappe nekken van peren.

 

Nieuwsbrief

Uw verzoek is verzonden!
*Dit is geen geldig e-mail adres.